Ongeveer tien jaar geleden ben ik beginnen fotograferen. Indertijd werd ik vooral gelokt door de naoorlogse Amerikaanse zwart-wit persfotografie: contrastrijk, veel korrel, gedurfde composities. Een van de eerste fotoboeken die ik kocht was Robert Franks “The Americans”. Tijdens de opleiding kwam een eerder 'meditatieve' geneigdheid van mij bovendrijven – en leerde ik o.a. Saul Leiter waarderen. Ik ondervond beetje bij beetje dat ik het licht, de sfeer rond bepaalde sites intuïtief kon aanvoelen en redelijk bevredigend in zwart-wit tot uitdrukking brengen (Breendonk, Middelkerke, Mijn van Waterschei en Cheratte, Tallinn...).
Verleden week behaalde ik het eindgetuigschrift aan de academie. Ik ging er lange tijd heel graag naartoe. Maar recent bevindt de fotografieafdeling zich in een transitieperiode. Vooral in de opleiding analoge fotografie is zwaar ingegrepen: in doelen, prioriteiten, leer-trajecten,... Naar mijn aanvoelen heeft men moeite om dit evenwichtig aan te sturen. Ikzelf, vind ik, ben nu amper halfweg: tien jaar om een artisanale vaardigheid zodanig onder de knie te krijgen dat ze een persoonlijk expressiemiddel wordt, is al bij al té kort.
Verleden week behaalde ik het eindgetuigschrift aan de academie. Ik ging er lange tijd heel graag naartoe. Maar recent bevindt de fotografieafdeling zich in een transitieperiode. Vooral in de opleiding analoge fotografie is zwaar ingegrepen: in doelen, prioriteiten, leer-trajecten,... Naar mijn aanvoelen heeft men moeite om dit evenwichtig aan te sturen. Ikzelf, vind ik, ben nu amper halfweg: tien jaar om een artisanale vaardigheid zodanig onder de knie te krijgen dat ze een persoonlijk expressiemiddel wordt, is al bij al té kort.
Ondertussen
moet je als beginneling vechten tegen vooroordelen
zoals het waanidee dat je met beter (en veel duurder) materieel betere
foto's kunt maken. Zelden zijn bijv. absolute scherpte of de
technische karakteristieken doorslaggevend - wel gebruiksgemak en inzetbaarheid. Met een kartonnen doos met een gaatje en wat
film kunnen heel sprekende foto's worden gemaakt. En het artisanaal-onvolmaakte van de analoge fotografie (zie bijv. Tichy, Holga, Polaroid,...) en zeker van de oudere
technieken (glasplaten, cyanotypie,…) kan de verwondering om de
beeldvorming zelf opwekken.
Je moet onvermijdelijk leren omgaan met onzekerheid: er zijn geen objectieve normen. En ook met het 'willen-maar-(nog)-niet-kunnen' syndroom. Je leert - de ene al wat sneller dan de andere - veel met uitproberen, experimenteren, en vooral uit je fouten. Je mag technieken en modellen kopiëren, zolang je ze maar als training beschouwt. Het doel is uiteindelijk je eigen expressievermogen te vergroten en te verbreden...
Je moet onvermijdelijk leren omgaan met onzekerheid: er zijn geen objectieve normen. En ook met het 'willen-maar-(nog)-niet-kunnen' syndroom. Je leert - de ene al wat sneller dan de andere - veel met uitproberen, experimenteren, en vooral uit je fouten. Je mag technieken en modellen kopiëren, zolang je ze maar als training beschouwt. Het doel is uiteindelijk je eigen expressievermogen te vergroten en te verbreden...
Er blijft gelukkig nog veel te ontdekken - met het erbij horend plezier je eigen 'ziens-wijze' te kunnen tonen. Als dat - zelfs in beperkte kring - geapprecieerd wordt, schenkt dat veel voldoening. Tenslotte: veel dank aan m'n leermeester en aan de collega's-studenten die me inspireerden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten